Georges Sorel: Een Revolutionaire Socialist ( Nederlandse versie)
Georges Sorel (1847-1922) kunnen we als een van de grote socialistische leiders van eind 19de eeuw, begin 20ste eeuw beschouwen. Net als in de geest van Charles Péguy, was ook hij iemand die Marx en Proudhon wist te verzoenen. Hij had een hoge mystieke en morele visie op de revolutie, waardoor hij reformisten zoals Jaurès verachtte; Zij [de reformisten] zouden de puurheid van de socialistische ideeën verraden uit naam van een verzoening met de bourgeoisie en de parlementaire democratie.
Net als bij Proudhon was bij Sorel het doel van de strijd voor sociale rechtvaardigheid allereerst moraal: Mannen moesten hun karakter sterken door de praktijk van de strijd. Het was juist door de vrije acties van de Syndicaten [vakbonden] dat de arbeidersklasse de grootheid van diens cultuur kon behouden, vrij van elk puur politiek doel. Verder verdedigde Sorel de waarden van de producenten, hun werk, inzet, creativiteit en vormen van materiaal, tegenover de decadente waarden van de bezittende klasse, die enkel begaan waren met hun eigen genot en de uitbuiting van het werk van anderen.
Sorel wees allereerst en bovenal het nihilistische hedonisme van de burgerlijke wereld af, evenals de complete afwezigheid van een sterke overtuiging bij de bourgeoisie dat onvermijdelijk het logische gevolg was van kortzichtigheid, kleinzieligheid en een bekrompen wereldbeeld. Echter, paradoxaal genoeg was er in de ogen van deze denker bijna geen verschil tussen het moralisme van de bourgeoisie en dat van de socialistische leiders: Als hij de middelmatigheid van de hedendaagse wereld van het kapitaal hekelde, dat niet langer de grote ‘captains of industry’ uit het verleden kende, had hij geen woorden hardvochtig genoeg voor de existentiële ellende die gevonden kon worden in de reformistische compromissen, of zelfs in de regelmatige stakingen van arbeiders om een paar sociale voordelen te realiseren voor louter cliëntelistische doeleinden.
Sorel eiste dat zij in plaats van deze stakingen het idee van de algemene staking, dat geleend was van Fernand Pelloutier, gebruikten als de regenererende mythe voor de arbeiderswereld. De algemene staking, aldus Sorel, moest in een geest van buitensporigheid leidend zijn, met als doel het realiseren van een revolutie die de moeite waard was en waarin het grootste deel van de arbeidersklasse werd bevrijd. Het moest niet opnieuw een economische logica vestigen, maar een ethische hervorming van de samenleving bewerkstelligen. Bovendien is dit hoe het proletariaat daadwerkelijk kon leren om zichzelf te zijn en haar meest opmerkenswaardige potentiëlen kon vervullen.
Hoewel Sorel lang een voorstander van Syndicaten was, zou hij immens teleurgesteld zijn door de evolutie van de sociale strijd. Daarom onderging hij een ideologische zoektocht. Deze zoektocht zou hem langs de kampen van de royalisten, nationalisten, bolsjewisten leiden tot hij uiteindelijk terugkeerde, niet zonder enig scepticisme, naar zijn aanvankelijke politieke liefdes. Ondanks zijn zoektocht evolueerden de ideeën van Sorel gedurende zijn leven niet zoveel qua inhoud. Zijn persoonlijke reis leidde ertoe dat hij van veel verschillende groepen en bewegingen lid werd, maar ook dat hij elke keer weer teleurgesteld was om te zien dat ideeën zo onverzettelijk als die van hem, nauwelijks op een brede ondersteuning konden rekenen. Uiteindelijk zou hij vrij gedesillusioneerd sterven…
Thibault Isabel